Hernia

Een hernia (voluit: hernia nucleus pulposus) is een veel voorkomende aandoening van de lage rug, die slechts in circa 50% van de gevallen gepaard gaat met klachten. Hernia betekent: scheur in de buitenste ring van de tussenwervelschijf (anulus fibrosus), waardoor de zachte kern (nucleus pulposus) naar buiten komt. Meestal wordt een hernia veroorzaakt door het langdurig verkeerd functioneren van de wervelkolom. Doordat de uitstulping tegen zenuwweefsel drukt wordt de pijn veroorzaakt. De uitstulping van de tussenwervelschijf (hernia) kan ontstaan doordat het zachte binnenste deel kracht uitoefent op de buitenste lagen. In een vroeg stadium puilen de laagjes iets uit. De pijn hierbij ontstaat vaak plotseling en is vaak het gevolg van een buig / draaibeweging. In een later stadium kan de "gel" door de harde buitenlaag heen komen via rupturen of kleine scheurtjes. De pijn hierbij ontstaat vaak geleidelijk.

Hernia's kunnen ook in de nek of bovenrug voorkomen, maar dit gebeurt minder vaak dan in de onderrug. Vaak denken mensen dat pijn in het been automatisch een hernia is. Het blijkt in de praktijk echter dat maar 10% van de patiënten met beenklachten een hernia hebben. De rest: 90%, heeft een andere oorzaak.

Een hernia is op normale röntgenfoto's niet te zien. Om een goede diagnose te stellen wordt er een scan gemaakt (MRI of CT). Hierop is te zien of er sprake is van een hernia en of er sprake is van een directe druk van de hernia op de zenuwwortel. Over het algemeen wordt er bij een hernia voor een conservatieve/niet-operatieve behandeling gekozen. De chiropractor kan een belangrijke rol spelen bij de behandeling van herniaklachten. De druk in de tussenwervelschijf die de uitstulping veroorzaakt wordt beïnvloed door speciale behandeltechnieken en oefeningen die de patiënt zelf doet, Mckenzie oefeningen. Wanneer de druk vermindert krijgt de tussenwervelschijf de kans zich (gedeeltelijk) te herstellen. Opereren wordt alleen overwogen als er sprake is van progressieve zenuwuitval en/of een onhoudbare pijn.